De basis van het PSC-ontwikkelingsmodel draait om het gelijktijdig ontwikkelen van technische, tactische en besluitvormingscomponenten van het spel. Het maakt gebruik van een beweging weg van geïsoleerde technische voetbaltraining naar het coachen van cognitieve en fysieke vaardigheden in combinatie met spelachtige trainingssituaties.
4 fasen spelmodel
In zijn eenvoudigste vorm is het spel opgedeeld in vier fasen waaruit we de elementen die moeten worden gecoacht verder kunnen verdelen.
Tactische periodisering is een coachingmethodiek die wordt gebruikt om voetballers te trainen met betrekking tot de tactische context van de wedstrijd. Het is een hybride van trainingstechnieken en richt zich op het trainen van geen enkel onderdeel afzonderlijk. De meeste coaches verdelen hun tactische periodiseringstraining in vier delen, zoals te zien is in de diagrammen. Deze vier momenten zijn: Offensieve organisatie, de overgang van verdediging naar aanval, defensieve organisatie en de overgang van aanval naar verdediging. Door middel van tactische periodisering is het doel om spelers te ontwikkelen om hun gedrag op het veld snel aan te passen aan de tactische context van de wedstrijd en wat zich feitelijk voor hen afspeelt. Elke trainingsoefening focust op zijn beurt op minstens één van de vier momenten, en altijd op het tactische spelmodel van de coach hoe hij zijn team wil laten spelen. Coaches kunnen elke spelstijl en/of formatie toepassen die gebruik maakt van deze methode. Het implementeren van een spelstijl vereist nadenken en plannen in elke spelsituatie. Het voorbereiden van die spelsituaties tijdens het voorseizoen en het verbeteren van de effectiviteit van het team gedurende het seizoen is de focus van de tactische periodiseringsmethode. Het integreert de vier pijlers van het spel (fysiek, mentaal, technisch en tactisch) met de vier momenten van het spel (aanval, overgang naar verdediging, verdediging en overgang naar aanval) gedurende de trainingsweek om het gewenste spelmodel te bereiken.
Interactief model
In zijn eenvoudigste vorm is het spel opgedeeld in vier fasen waaruit we de elementen die moeten worden gecoacht verder kunnen verdelen.
Het trainingsmodel is opgesplitst in de voor-modellen (Aanvallende Organisatie, Verdedigende Organisatie en de overgangsfasen van Aanvallende Transitie en Verdedigen Transitie. Klik op de specifieke fase om doorgestuurd te worden naar trainingsactiviteiten en sessies voor die fase.
Binnen elk van deze fasen hebben we onderliggende modellen van hoe we willen dat ons team in elke fase speelt. Vervolgens trainen we de groepsacties die we voor ons team willen in specifieke oefeningen die zijn ontworpen om spelers en eenheden van het team zich op een bepaalde manier te laten gedragen, terwijl ze tegelijkertijd fysieke, tactische en technische eigenschappen trainen/coachen.
Functionele training (specificiteit)
Ongetwijfeld het belangrijkste principe van tactische periodisering, training moet specifiek zijn voor het spel en de gewenste acties die we willen dat spelers in een spel uitvoeren. Specificiteit ontstaat wanneer er een blijvende relatie is tussen alle dimensies van het spel en de oefeningen specifiek representatief zijn voor het spelmodel (speelstijl). Daarom stuurt en leidt het concept van specificiteit het trainingsproces. Een deel hiervan omvat training in de specifieke regio van het veld met de juiste spelers en ruimte voor dat scenario.