Passen is zonder twijfel de belangrijkste vaardigheid in het spel. Zonder passen wordt aanvallen bijna onmogelijk. "Pass and Move" was een Britse hit van het Engelse Premiership-team Liverpool FC in de jaren 90 en hoewel dat team niet altijd oefende wat ze zongen, belichaamde het wel de basis voor snel, dynamisch voetbal, het vermogen om de bal te beheersen , passeer en zoek ruimte. 'S Werelds beste voetbalteams zijn uiterst bekwaam op dit gebied. Voetbalteams zoals Barcelona en Manchester City zijn erg sterk op balbezit (passing) gebaseerde teams. Als trainingsdoel kan passen worden geïntegreerd in op balbezit gebaseerde oefeningen (rondos) als een meer boeiende activiteit voor spelers. Ook patroonspel en meer routinematige technische passing gebaseerde activiteiten hebben naar onze mening ook een plaats. In patroonspel moet de nadruk liggen op ongehinderde technische uitvoering en levering. Voetbalpassingsoefeningen en patroonspel moeten typisch het spelsysteem weerspiegelen en waar mogelijk rotaties omvatten. Meestal richten we ons op jongere leeftijden op kleinere rondo's en snelle paspatronen en coachen we spelers op de vele soorten passen. Om een ​​groot passant van het voetbal te worden, heb je training en urenlang oefenen nodig. Naarmate we verder komen in het ontwikkelingsprogramma, beginnen we meer complexe, op balbezit gebaseerde, kleinzijdige games en positionele games op te nemen, waarbij spelers hun voetbalpassingsvaardigheden in een tegengestelde omgeving kunnen uitoefenen. De speler dwingen om onder druk snelle beslissingen te nemen om het balbezit te behouden en toch kwaliteitskansen op het doel te genereren met kwaliteitspassen.